Tips patrijzenbeheer april-juni
Beste patrijzenverantwoordelijken,
Beste WBE-verantwoordelijken,
Het voorjaar en de vroege zomer zijn de meest cruciale periode voor de patrijzen in je jachtveld. Factoren zoals de overleving van de hennen en hun nest tijdens de broedperiode, en de overleving van de kuikens hebben een grote invloed op de evolutie van de patrijzenstand.
Heel wat hangt samen met de weersomstandigheden, iets waar we helaas geen invloed op hebben. Toch kunnen we heel wat zaken doen in deze periode om het broedseizoen te laten slagen. In deze mail heel wat tips om mee aan de slag te gaan!
De tips:
– De groepsaankoop oogstte opnieuw succes. Samen kochten jullie 3,5 ton zaadmengsels aan. Dit is goed voor de inzaai van 154 ha fauna-akker en 73 ha groenbemester. Nu de bodem al iets is opgewarmd en het eindelijk een beetje begint te regenen, wordt het in de komende weken tijd op de fauna-akkers in te zaaien. Op hoop van zegen, want als het na enkele regendagen weer lange tijd droog wordt, zal de kieming moeilijk verlopen. De fauna-akkers moeten:
- In de zomer insectenrijk kuikenhabitat vormen. Insecten vormen het stapelvoedsel van de patrijzenkuikens. Als de patrijzenkuikens dicht bij de broedplek veel insectenrijk habitat aanwezig hebben, verhoogt dit hun kansen op overleving.
- Dekking bieden gedurende het hele jaar en een veilige plek om te broeden.
- Wintervoedsel (vooral zaden) voorzien
Om al deze functies te vervullen werk je best met een combinatie van een stuk nieuw ingezaaid fauna-mengsel en een stuk faunamengsel dat je een tweede jaar op het veld laat staan (en dus niet opnieuw inzaait dit jaar). Dit kan je doen als je een voldoende groot perceel hebt en als het mengsel van vorig jaar nog voldoende dekking biedt. Probeer de overjaarse stukken fauna-akker te laten liggen in stroken van minimaal 15 m (beter 20 m) breed. In dat geval zijn patrijzen en fazanten die zouden gaan broeden in dit perceel minder vlot te vinden voor predatoren.
Zaai de mengsels niet te dicht in! Bij te dichte inzaai gaan één of enkele soorten het mengsel domineren, is de begroeiing te dicht om aantrekkelijk te zijn voor wildsoorten en gaat ze in de winter sneller platliggen na sneeuwval. Zaai dus maximaal in aan de geadviseerde zaaidichtheid. Voor de mengsels uit de groepsaankoop Zot van pAtrijs: PARTRIDGE-mengsel : max. 7 kg/ha – Wildmengsel Hubertus: max. 25 kg/ha (wordt geadviseerd door de zaadfirma – zaai zeker niet dichter, je kan eventueel experimenteren met iets lagere zaaidichtheden van vb. 20 kg/ha).
- Tips voor de inzaai en het beheer van de faunamengsels uit de groepsaankoop Vlaams patrijzenproject vind je hier.
- Tips rond locatie, grootte, beheer, … om fauna-akkers nog meer te laten renderen vind je hier.
– In de winterperiode is er volop ingezet op bijvoederen, om patrijs en andere akkervogels doorheen de moeilijke periode te helpen. Nu begint er stilaan terug meer voedsel beschikbaar te zijn op de velden, en hebben de patrijzen hun territorium verworven. Als je rond half april stopt met actief bijvoederen en het voedsel in de ton gewoon laat verder opgebruiken, is de periode met voedselgebrek overwonnen. Je kan ervoor kiezen om jaarrond te blijven voederen. In de meeste streken echter hebben patrijzen en andere akkervogels dit extra voedsel niet echt nodig. Als je toch bijvoedert, is het in deze periode opletten dat je de rattenpopulatie niet teveel in de kaart speelt en dat je de stroken goed habitat niet te vaak betreedt.
– In de eerste twee weken van hun leven kuikens van insecten. Jammer genoeg is de hoeveelheid beschikbare insecten op het landbouwland veel lager dan vroeger. In kruidenrijke stroken, spontane begroeiing, fauna-akkers en heggen zijn heel wat insecten aanwezig. Waar je niet de mogelijkheden hebt om te werken met deze maatregelen, kan je de beschikbaarheid van insecten voor de patrijzenkuikens verhogen op de volgende manieren:
- Kleine hoopjes vaste stalmest trekken veel insecten aan, en zorgen zo voor extra eiwitrijk voedsel voor patrijzenkuikens. Dit mag je uiteraard enkel toepassen waar bemesting toegelaten is (vb. niet op de meeste beheerovereenkomsten en op de 1 m teeltvrije zone). Gebruik enkel heel kleine hoeveelheden (paar koeienvlaaien) en enkel mest van paarden, koeien of schapen. Dit geeft voor de patrijs het beste resultaat.
- Suiker trekt insecten aan. Je kan op enkele plaatsen in het jachtrevier bijvoorbeeld op de bodem een laagje kristalsuiker strooien en daarop een dakpan met een laagje kristalsuiker plaatsen. De suiker trekt heel wat insecten aan. Onder de dakpan blijft de grond vochtig en krioelt het van de insecten dankzij de suiker.
- Wat ook kan: gemalen insecten of meelwormen bijmengen in het voedermengsel dat je aanbiedt via voedertonnen of kuikenmeel of ander eiwitrijk voedsel ter beschikking stellen in een bakje waar de kuikens aankunnen (maar afgeschermd voor weersomstandigheden).
– Patrijzen nemen graag eens een stofbad. Vooral op zwaardere bodems zijn de mogelijkheden hiervoor soms beperkt. Door lokaal wat Rijnzand (dat bestaat uit zandkorrels en kleine steentjes) op het veld te brengen op een rustig plekje, hebben patrijzen de kans om een stofbad te nemen. De steentjes pikken ze ook op – deze spelen een rol bij de vertering.
– In het voorjaar en de vroege zomer zijn patrijzenpopulaties gevoelig voor predatie. Factoren zoals de predatie van de broedende hen (waarbij het legsel ook verloren gaat), predatie van de eieren en van de kuikens kunnen een invloed hebben op de populatie-evolutie. Daarom is het van belang om in deze periode:
- In te zetten op predatorcontrole van kraaiachtigen. Tips om de bestrijding uit te voeren met Larsen-kooien vind je hier. Larsen-kooien zijn uitstekend geschikt ikv. de predatorcontrole op kraaien en eksters omdat ze goed werken om territoriale kraaien- en eksterparen weg te vangen. Vooral deze territoriale exemplaren zijn verantwoordelijk voor de predatie.
- De bijzondere jacht op vos te melden bij ANB. Dit kan met een template dat HVV in dit kader heeft voorbereid. Indien geen negatief antwoord van ANB, kan de bijzondere jacht aanvatten op 15 mei. Bijzondere jacht is mogelijk in de periode 15 mei tem. 14 oktober. Naast afschot, kan je in deze periode ook legaal kast- en kooivallen (inclusief betonbuisvallen) gebruiken die aan de wettelijke voorwaarden voldoen.
– Nesten vallen niet enkel ten prooi aan predatoren. Ook maaibeurten zorgen vaak voor slachtoffers. Samenwerken rond faunavriendelijk maaien biedt voordelen voor jager én landbouwer. Deze laatste heeft immers ook niet graag dode dieren in zijn ruwvoer. Dit is slecht voor de kwaliteit van het ruwvoer en kan problemen zoals botulisme veroorzaken bij het vee. In het kader van het project Zot van pAtrijs ontwikkelden we een filmpje en een folder waarmee je faunavriendelijk maaien kan promoten bij jouw landbouwers. Deze worden ook mee bekend gemaakt door de landbouworganisaties en Landbouwservice, de koepel van de loonwerkers.
Voor de rest is RUST in deze periode van het allergrootste belang. Dit is vaak iets waar we als jagers weinig vat op hebben (recreanten, loslopende honden, landbouwwerkzaamheden, …). We kunnen enkel maar aanspreken en sensibiliseren. In ieder geval blijven we zelf best weg uit de stukjes die broedhabitat vormen voor het wild (zelfs om bij te voederen – regelmatig door een goed broedhabitat lopen kan verstorend werken en creëert paadjes die ook door recreanten en predatoren worden gevolgd), en organiseren we in deze periode geen hoog-intensieve jachtactiviteiten zoals drijfjachten op vos.
En dan is er nog het weer … we duimen met jullie mee voor een mooi broedseizoen.
Veel succes bij jullie werkzaamheden voor de patrijs in het voorjaar!
Namens Vanhuyse Kathleen
Wetenschappelijk medewerker kenniscentrum HVV
Weidelijke groet
Dagelijks Bestuur WBEVA