Skip to main content

Tips patrijzenbeheer januari - maart

Beste jagers,

Het grootste deel van het jachtseizoen is achter de rug. Hopelijk is het een mooie periode geweest en hebben jullie genoten van de jacht.

Intussen zijn we in volle winter. De late winter is een harde periode voor heel wat akkervogels, waaronder onze patrijs. Tijdens de late winter is op de velden nauwelijks voedsel meer terug te vinden, en ontbreekt de dekking grotendeels.

In de late winter breken ook de kluchten op en vormen de koppels zich. Dit is voor de patrijs een kwetsbare periode, en vaak zijn er in deze periode heel wat verliezen te noteren, onder andere door predatie door luchtpredatoren (roofvogels). We kunnen deze voorkomen door voldoende dekking te voorzien zodat het voor luchtpredatoren moeilijker wordt een patrijs te slaan.

De onderstaande (niet-limitatieve) lijst biedt een idee welke acties we in de periode januari-maart kunnen nemen voor de patrijs.

De lijst:

– In de periode van de late winter is bijvoederen absoluut cruciaal. Tijdens de laatste maanden van de winter (februari en maart, soms nog begin april) is er vaak nauwelijks meer voedsel terug te vinden op de velden. We spreken dan ook terecht over de periode van de ‘hungry gap’. Zelfs in de fauna-akkers, de overwinterende graanstroken en dergelijke is het gros van het voedsel al verdwenen. Bijvoederen via voedertoestellen is dan ook een absolute must. Granen vormen een favoriet voedsel voor zowel patrijs als fazant, en ook akkervogels als gele gors en grauwe gors kunnen hiervan meeprofiteren. Voor patrijzen plaats je het voedertoestel in het open veld, in de omgeving van goede dekking (binnen de 40 meter vliegen van het voedertoestel). Als er geen dekking aanwezig is, kan je ook zelf dekking maken in de omgeving van het voedertoestel, bijvoorbeeld met een omgekeerde spar of wat takken rond het voedertoestel. Blijf actief voederen tot ongeveer half april. In het voorjaar zullen zich vaak koppels vestigen in de omgeving van een voedertoestel. Plaats deze dus nabij veilig broedhabitat. Heel wat tips voor het bijvoederen van patrijs en andere akkervogels vindt je via deze reportage.

– Een probleem met bijvoedering is dat deze ook ongewenste organismen kan aantrekken en van voedsel kan voorzien zoals ratten en kraaien. Hierbij enkele tips om de voedertoestellen minder geschikt te maken voor deze organismen:

  • Door een frame in betonijzer te plaatsen rond het voedertoestel (maaswijdte 15 cm x 15 cm tot 20 cm x 20 cm) wordt de voederton minder goed toegankelijk voor kraaien en duiven. Voor patrijs en fazant vormt het frame uit betonijzer helemaal geen belemmering, zodat het voedsel de soorten ten goede komt waar het effectief voor geplaatst wordt.
  • Een belangrijke probleemsoort aan de voedertoestellen is de rat. Deze soort kan heel wat van het aangeboden voedsel consumeren. Bovendien is het geen goede zaak als het deze soort voor de wind gaat: in het voorjaar zorgen ratten immers voor predatie op eieren en kuikens. Dat ratten te veel mee profiteren van het voedsel kan je voorkomen door te werken met ontwerpen van voedertoestellen die meer ratproof zijn. Er bestaan voedersystemen die je kan bevestigen aan een gewone voederton in plaats van een voederspiraal, en die weinig toegankelijk zijn voor ratten: zie filmpje. Daarnaast kan je ook werken met voedertonnen die op zich minder toegankelijk zijn voor ratten: zie filmpje voor het ontwerp (voor patrijs beter te plaatsen op een lagere hoogte (eerder 20 à 25 cm boven grondniveau) en eerder in het open in de nabijheid van dekking).
  • Als je het voedertoestel plaatst in open veld heb je doorgaans veel minder last van ratten dan als je dit doet naast een gracht of waterloop of langs een heg of bosrand.
  • Verplaats het voedertoestel regelmatig over kleine afstand. Dit helpt om de vorming van rattenholen onder het toestel te voorkomen. Daarnaast is het een must om de verspreiding van dierziektes te voorkomen.

– Het najaar is de ideale periode om plantgoed in de grond te steken, maar heggen en struweel planten kan ook in de maanden februari en maart. Heggen en struweel vormen na enkele jaren een grote meerwaarde voor patrijs, zeker in streken waar weinig dekking aanwezig is op het terrein. Groepjes struweel van een zevental struiken in verloren hoekjes met meidoorn, sleedoorn, hondsroos en of zwaardere bodem wilde liguster zijn ideaal. In Limburg organiseert de LJV in 2019 een grote haagplantactie. Sommige Regionale Landschappen organiseren groepsaankopen van plantgoed of geven een subsidie op de aankoopprijs.

– Fauna-akkers bieden in deze periode een duidelijke meerwaarde voor de patrijs, maar ook voor haas, fazant, ree, verschillende kleine zangvogels,… Heb je de kans om volgend jaar ook fauna-akkers in te zaaien? Kon je een landbouwer overtuigen om een verloren hoekje in te zaaien? Via de groepsaankoop kan je faunamengsels aankopen aan een zeer scherpe prijs. Bestellingen (één formulier voor de hele WBE) moeten voor 28 februari verstuurd worden aan kathleen.vanhuyse@hvv.be

– De meeste landbouwers moeten voldoen aan de vergroeningsvoorwaarden en moeten 5% van hun bouwland voorzien als ecologisch aandachtsgebied. Landbouwers kunnen dit op verschillende manieren invullen. Zo kunnen ze groenbemesters inzaaien na de oogst, kunnen ze akkerranden aanleggen,… Sommige invullingen van de vergroening geven nauwelijks een meerwaarde voor patrijs en andere wildsoorten, andere zijn dan weer erg waardevol. Ideaal zou het zijn als landbouwers akkerranden zouden kunnen aanleggen en inzaaien met een geschikt faunamengsel of een gras-kruidenmengsel.  Er zijn daarnaast nog twee laagdrempeligere mogelijkheden, die ook kunnen renderen voor patrijs en andere akkerfauna. Bekijk de mogelijkheden met je lokale landbouwers in de loop van februari en maart, aangezien zij hun acties in het kader van de vergroening reeds in april moeten doorgeven.

  • Stroken van een akkervogelvriendelijke teelt (granen, quinoa of kolen is ideaal, maïs is niet geschikt) kunnen landbouwers laten staan als akkerrand in het kader van de vergroening. Dit kan enkel als de landbouwer hiervoor een gebruiksovereenkomst heeft. Een gebruiksovereenkomst ‘overwinterende teelt voor akkervogels’ moet kaderen in de realisatie van milieu- en natuurdoelstellingen en kan een landbouwer onder andere afsluiten met een VZW (zoals een WBE). Hier liggen zeker kansen! HVV maakte een template van een gebruiksovereenkomst op waarmee jullie naar de landbouwer kunnen trekken om een gebruiksovereenkomst af te sluiten.
  • Faunavriendelijke groenbemesters promoten bij landbouwers om zo meer variatie te krijgen in de gebruikte groenbemesters op het veld. Om te renderen voor patrijs en andere akkerfauna zijn hierbij een aantal randvoorwaarden van toepassing. Zo is het nodig dat de mengsels in de late winter nog op het veld staan,… de randvoorwaarden waaronder groenbemesters kunnen renderen voor de wilde fauna vind je hier. Faunavriendelijke groenbemestermengsels bieden we aan via de groepsaankoop (lees zeker ook het document met de tips voor de inzaai).

– De maand februari is ook dé periode om vossendagen te organiseren. De periode van de gewone jacht op vos loopt af eind februari. In de loop van februari liggen de territoria zo goed als vast. Vrijgekomen territoria worden minder snel ingenomen dan in de herfst. Door samen te werken met verschillende jachtgroepen of op niveau van de WBE kan je de efficiëntie van de vossenjacht duidelijk laten toenemen.

– Vossen vangen met kast- en kooivallen, en met betonbuisvallen die voldoen aan de wettelijke voorwaarden die gelden voor kast- en kooivallen, kan tijdens de periode van de bijzondere jacht (15 mei tem. 14 oktober). In 2018 onderhandelden we een korting bij de aankoop van een betonbuisval (de Krefelder Fuchsfallle – zie eerdere communicatie hieromtrent).

– Nu ook territoriale koppels eksters en kraaien zich beginnen vestigen, breekt de periode aan waar het nuttig is om kraaien en eksters te bestrijden om schade aan de wilde fauna te beperken. In verband met de bestrijding van de kraai en de ekster hebben we de WBE’s op de hoogte gebracht van de nieuwe aanvraagprocedure. Enkel wanneer de WBE een toestemming van ANB heeft ontvangen, kan de bestrijding van kraai en ekster uitgevoerd worden. Trechtervallen en Larsen-kooien mogen vangklaar op het terrein staan vanaf 16 februari (als de toestemming hiervoor werd verkregen). Tips om kraaien en eksters te vangen met Larsen-kooien vind je in dit document.

– Wanneer de koppels zich vormen (meestal in de loop van februari-maart) is het de ideale periode om de voorjaarsstand van patrijs te tellen. Een wetenschappelijk verantwoorde en grondige methode om patrijzenkoppels in kaart te brengen vind je hier.

– Er gebeuren heel wat inspanningen rond de patrijs op het terrein. Het is belangrijk dat we deze inspanningen ook kunnen documenteren en naar buiten kunnen brengen. Enkel zo kunnen we laten zien aan het brede publiek en aan de beleidsmakers dat jagers werken voor de patrijs. Verzamel de resultaten van de verschillende aan het project deelnemende jachtgroepen en vul deze in op de online enquête (één online ingevuld formulier dat de inspanningen van de deelnemende jachtgroepen groepeert per WBE). We vragen om deze online enquête door te sturen voor 30 april 2018.

Een heleboel nuttige info vinden jullie gegroepeerd in deze map.

Heeft jouw jachtgroep heel wat kunnen realiseren in het kader van het patrijzenproject? Laat ons iets weten. We zijn op zoek naar goede voorbeelden om in de kijker te zetten naar onze leden en de buitenwereld toe: via Plattelands-TV, De Vlaamse Jager, …  Zeker projecten met een sterke component rond habitat, en een samenwerking met andere actoren (landbouwers, imkers, gemeenten, natuurorganisaties, …) zijn hier uitstekend voor geschikt.

[templatera id=”1757″][templatera id=”1796″]

Reageer op dit bericht: