Cookiebeleid
Wij gebruiken cookies om onze website en onze service te optimaliseren.
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.
De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.
“Als een kind dat uitkeek naar Sinterklaas. Zo voelen we ons vandaag.” Het is maandag 15 oktober. De jacht is geopend en om negen
uur ’s morgens staat een tiental mannen op de parking van taverne ’t Hoekske in Brakel. “We gaan voor hazen, fazanten en misschien
een paar patrijzen”, spreekt Roland Van Liefde (72) zijn makkers toe. “Als we chance hebben. De weelde van vroeger is voorbij.”
Het is de ochtend na de verkiezingsdag. De nacht was voor enkele jagers kort, zo goed als onbestaande zelfs. Maar afbellen? “Niet op
de eerste dag van de jacht.” Er heerst een opgeluchte sfeer. De voorbije weken mocht er al op patrijzen en duiven geschoten worden,
vanaf nu kan alles. Plaats van het gebeuren is een jachtpartij van een vierhonderd hectare. Bieten- en aardappelvelden, grasland
en bosjes. “Hier tellen wij een vijftigtal hazen”, zegt de gepensioneerde landmeter Van Liefde. “En evenveel fazanten en patrijzen.
Een deeltje ervan zullen we ‘oogsten’, er moet genoeg blijven om volgend jaar nog een gezonde populatie te hebben. Fazanthennen
schieten we om die reden ook niet.”
Weg van thuis
De groep vertrekt. Fluitend, het geweer opengeklapt over de schouder. In het groen én fluo. Dat laatste moet volgens de wet. Twee
mannen vatten post op het einde van een akker voor het wild dat wegvlucht. De rest drijft door de velden. Eén lijn van mannen die
traag door de bieten beweegt. Er klinkt “braaaaa” en “dja, dja, dja”. Elk jaagt in zijn eigen taaltje het wild op. Een luide knal aan de
rechterkant. En nog één. “Een haas”, roept er één. “Zijn eerste ooit.” Schrijnwerker Kristof Van Cauwenberghe (34) komt aangestapt
met de haas in zijn hand. “Dat wordt trakteren straks.”
De bieten worden verder uitgekamd, het grasveld, een bosje. Een paar hazen ontsnappen, een fazanthaan niet. Knal. Roland raakt
hem, pluimen dwarrelen rond en de vogel stort neer tussen de maïs. Iets verderop wordt nog een fazant geraakt en een haas. En dan
wordt het weer rustig. “Braaaa” en “dja, dja, dja” levert een uur lang niets op. Twee keer spurt er nog een kleine haas weg. Ze laten ze
lopen. “Die schieten we niet”, zegt Roland. “Soms laat je ze beter nog een jaartje leven. En het is ook wel eens schoon om een haas te
zien spurten voor zijn leven. De natuur is mooi, genieten. Daar draait jagen ook om. Eens in het groen zijn met kameraden. Weg van
thuis. Snap je?”
Vegetariërs
Danny – een machinist op rust – stuurt zijn hond Flo het struikgewas in. “Zoeken, zoeken”, roept hij. Een fazant vliegt op. Een geweer
volgt traag. En dan knal. Opnieuw Kristof. “Een schone scheute.” Bewondering bij de andere jagers. Waarna ze verder de graskanten
uitkammen.
Na vijf uur is het genoeg geweest. Maar de buit is klein. Er zijn al meer kilometers afgestapt dan er wild in de koffer ligt. “Drie hazen,
fazanten en een houtduif. Vroeger hadden we nu al meer dan het dubbel”, zegt Roland. “Maar ja. Dan was die moordmachine hier
nog niet zo prominent aanwezig: de vos. Allesvreter, vernietiger van grondbroeders, rover van hazenjongen. Maar ook kraaien pikken
de fazanteneieren kapot. En dan zijn er nog de boeren. Die mensen moeten ook overleven en hun geld verdienen, maar als ze met
grasmaaiers van 15 meter breed over het veld rijden, maakt een fazant of haas maar weinig kans. Het is een uitdaging om samen
met hen naar oplossingen te zoeken. Och. Vroeger was het beter. Ook in de jacht. Tenzij je op everzwijnen jaagt. Of reeën. Die zijn in
opmars, maar het kleinwild heeft het moeilijk.”
Ze stappen bezweet in de wagen, terug naar ’t Hoekske. “Hesp met frieten”, laten ze weten aan de baas. “Geen vegetariërs?” vraagt
die. Er klinkt gelach. “Breng maar wat pintjes, Kristof trakteert.”