Skip to main content

Hoe wild is ons WILD? - Nieuwsblad dd 20/10/2018

Hierbij het artikel van de reporter van het Nieuwsblad die deel nam aan de kleinwildjacht in het jachtrevier van dhr. Van Liefde Roland.
Het geeft de beleving weer van het oogsten van een (h)eerlijk stuk wildbraad, resultaat van een jaar lang inspanningen leveren op het vlak van fauna- en natuurbeheer.

Klik op de afbeelding om het artikel te vergroten

Veel leesgenot

Namens WBEVA

[templatera id=”1757″][templatera id=”1796″]

Reacties

  • roland van liefde schreef:

    “Als een kind dat uitkeek naar Sinterklaas. Zo voelen we ons vandaag.” Het is maandag 15 oktober. De jacht is geopend en om negen
    uur ’s morgens staat een tiental mannen op de parking van taverne ’t Hoekske in Brakel. “We gaan voor hazen, fazanten en misschien
    een paar patrijzen”, spreekt Roland Van Liefde (72) zijn makkers toe. “Als we chance hebben. De weelde van vroeger is voorbij.”
    Het is de ochtend na de verkiezingsdag. De nacht was voor enkele jagers kort, zo goed als onbestaande zelfs. Maar afbellen? “Niet op
    de eerste dag van de jacht.” Er heerst een opgeluchte sfeer. De voorbije weken mocht er al op patrijzen en duiven geschoten worden,
    vanaf nu kan alles. Plaats van het gebeuren is een jachtpartij van een vierhonderd hectare. Bieten- en aardappelvelden, grasland
    en bosjes. “Hier tellen wij een vijftigtal hazen”, zegt de gepensioneerde landmeter Van Liefde. “En evenveel fazanten en patrijzen.
    Een deeltje ervan zullen we ‘oogsten’, er moet genoeg blijven om volgend jaar nog een gezonde populatie te hebben. Fazanthennen
    schieten we om die reden ook niet.”
    Weg van thuis
    De groep vertrekt. Fluitend, het geweer opengeklapt over de schouder. In het groen én fluo. Dat laatste moet volgens de wet. Twee
    mannen vatten post op het einde van een akker voor het wild dat wegvlucht. De rest drijft door de velden. Eén lijn van mannen die
    traag door de bieten beweegt. Er klinkt “braaaaa” en “dja, dja, dja”. Elk jaagt in zijn eigen taaltje het wild op. Een luide knal aan de
    rechterkant. En nog één. “Een haas”, roept er één. “Zijn eerste ooit.” Schrijnwerker Kristof Van Cauwenberghe (34) komt aangestapt
    met de haas in zijn hand. “Dat wordt trakteren straks.”
    De bieten worden verder uitgekamd, het grasveld, een bosje. Een paar hazen ontsnappen, een fazanthaan niet. Knal. Roland raakt
    hem, pluimen dwarrelen rond en de vogel stort neer tussen de maïs. Iets verderop wordt nog een fazant geraakt en een haas. En dan
    wordt het weer rustig. “Braaaa” en “dja, dja, dja” levert een uur lang niets op. Twee keer spurt er nog een kleine haas weg. Ze laten ze
    lopen. “Die schieten we niet”, zegt Roland. “Soms laat je ze beter nog een jaartje leven. En het is ook wel eens schoon om een haas te
    zien spurten voor zijn leven. De natuur is mooi, genieten. Daar draait jagen ook om. Eens in het groen zijn met kameraden. Weg van
    thuis. Snap je?”
    Vegetariërs
    Danny – een machinist op rust – stuurt zijn hond Flo het struikgewas in. “Zoeken, zoeken”, roept hij. Een fazant vliegt op. Een geweer
    volgt traag. En dan knal. Opnieuw Kristof. “Een schone scheute.” Bewondering bij de andere jagers. Waarna ze verder de graskanten
    uitkammen.
    Na vijf uur is het genoeg geweest. Maar de buit is klein. Er zijn al meer kilometers afgestapt dan er wild in de koffer ligt. “Drie hazen,
    fazanten en een houtduif. Vroeger hadden we nu al meer dan het dubbel”, zegt Roland. “Maar ja. Dan was die moordmachine hier
    nog niet zo prominent aanwezig: de vos. Allesvreter, vernietiger van grondbroeders, rover van hazenjongen. Maar ook kraaien pikken
    de fazanteneieren kapot. En dan zijn er nog de boeren. Die mensen moeten ook overleven en hun geld verdienen, maar als ze met
    grasmaaiers van 15 meter breed over het veld rijden, maakt een fazant of haas maar weinig kans. Het is een uitdaging om samen
    met hen naar oplossingen te zoeken. Och. Vroeger was het beter. Ook in de jacht. Tenzij je op everzwijnen jaagt. Of reeën. Die zijn in
    opmars, maar het kleinwild heeft het moeilijk.”
    Ze stappen bezweet in de wagen, terug naar ’t Hoekske. “Hesp met frieten”, laten ze weten aan de baas. “Geen vegetariërs?” vraagt
    die. Er klinkt gelach. “Breng maar wat pintjes, Kristof trakteert.”

Reageer op dit bericht: